- adresseren
- {{adresseren}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [van een adres voorzien] address♦voorbeelden:1 een brief vergeten te adresseren • forget to address a letterII 〈wederkerend werkwoord; zich adresseren〉1 [zich wenden] address oneself (to) ⇒ apply (to)III 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [een verzoekschrift indienen] petition
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.